De berichtgeving in de media over de capaciteit van de zorg m.b.t. Covid‑19 geeft een nogal diffuus beeld. Tijdens de piek van de 1e golf zou de reguliere curatieve zorg grotendeels tot stilstand zijn gekomen, terwijl de Intensive Care afdelingen vol stroomden. Maar over ‘code zwart’ werd niet gesproken. Tijdens wat de 2e en 3e golf is gaan heten zagen we lagere cijfers qua Covid‑19 patiënten op de curatieve zorg- en IC‑afdelingen, maar werd ons juist wel het doemscenario van ‘code zwart’ voorgehouden, waarbij triage nodig zou worden.
Volgens de media werden de ziekenhuizen tijdens de 1e golf overstelpt met Covid‑19 patiënten en werd er over opschaling van de IC capaciteit gesproken. Dat zou echter heel moeilijk zijn doordat het niet alleen om bedden ging maar ook om gekwalificeerd personeel dat niet zo snel kon worden opgeleid. Bovendien lag volgens Gommers verveling op de loer als dat personeel niets te doen zou hebben. Opvallend was wel dat een aanbod voor een volledig operationeel en bemand Covid‑19 IC‑schip (waarmee de IC‑capaciteit snel en tijdelijk kon worden uitgebreid) meermaals genegeerd en afgeslagen werd.
In een drieluik van artikelen op dit blog gaan we op zoek naar de werkelijkheid achter de berichtgeving over de capaciteit van de zorg in coronatijd. Hiervoor is het nodig een beeld te vormen over:
- De capaciteit van de curatieve zorg (bedden, zorgpersoneel en artsen)
- De capaciteit van de Intensive Care (bedden, gespecialiseerd zorgpersoneel en IC artsen + intensivisten)
- Het effect van corona op de belasting van de zorg, vergeleken met het griepseizoen 2017/18
In dit eerste artikel bekijken we de capaciteit van de curatieve zorg in de ziekenhuizen. De curatieve zorg bestaat voornamelijk uit de verpleegafdelingen waar patiënten worden opgenomen om medische ingrepen te ondergaan. Daarnaast valt ook de spoedeisende hulp onder curatieve zorg.
Revalidatie, lange termijn verpleging en psychiatrische zorg vallen niet onder de curatieve zorg en zijn voor een griep- of corona epidemie ook niet van primair belang.
Bedden voor de curatieve zorg
Als eerste gaan we kijken naar het aantal bedden dat beschikbaar is voor curatieve zorg in Nederland. Hoewel dit een kwestie van simpelweg tellen lijkt, is dit op zich al een punt van discussie gebleken.
Volgens het ministerie van VWS zouden er in 2020 zo’n 40.000 bedden zijn geweest in de curatieve zorg. Echter, volgens Diederik Gommers zouden er van deze 40.000 ziekenhuisbedden maar 12.500 beschikbaar zijn om zowel Covid‑ als non‑Covid‑patiënten te verplegen (IC bedden buiten beschouwing gelaten). Volgens Gommers zitten in die 40.000 ook bedden voor bijvoorbeeld revalidatie, kindergeneeskunde en nog wat andere doeleinden. Wie heeft er nu gelijk?
Het zal duidelijk zijn dat harde cijfers nodig zijn om deze vraag te beantwoorden. De website van de Organisation for Economic Co‑operation and Development (OECD) is hiervoor een belangrijke bron van statistische gegevens (niet alleen voor Nederland trouwens). We kunnen we daar zien hoeveel bedden we in Nederland hadden t/m 2018:
Het aantal ziekenhuisbedden is de laatste 5 jaar flink gedaald, iets wat ook vaak wordt aangehaald als verklaring voor de problemen in de zorg. Echter, omdat er in 2015 flink wat bedden bijgekomen zijn, zitten we nu toch nog dicht tegen het gemiddelde van de laatste 15 jaar aan. Als we de trend van de laatste 5 jaar aanhouden, komen we voor 2020 op zo’n 40.000 bedden uit voor curatieve en acute zorg samen. Maar dit is dus exclusief de bedden voor revalidatie, psychiatrie en lange termijn verpleging.
De opmerking van Gommers dat in de 40.000 bedden die door VWS gerapporteerd worden ook bedden voor revalidatie, kindergeneeskunde en nog wat andere doeleinden zitten, blijkt dus niet te kloppen. Dit aantal is, als we naar de OECD cijfers kijken, uitsluitend voor curatieve en acute zorg.
Afgezien daarvan zien we dat revalidatie slechts een onbeduidend aantal bedden beslaat en ook het aantal bedden voor neonaten (pasgeborenen), kinderen en dialyse zoals door Gommers aangehaald zullen er zeker maar een paar duizend zijn. Pasgeborenen en kinderen t/m 16 jaar beslaan sowieso maar zo’n 17% van de bevolking (CBS). Als Gommers gelijk zou hebben en we 25% nemen om de andere categorieën ook te dekken, hebben we nog steeds zo’n 30.000 bedden over voor volwassenen in de curatieve en acute zorg. En dat toch wel belangrijk meer dan de 12.500 die Gommers noemt. Vreemd toch?
Zorgpersoneel en artsen
We moeten ook kijken naar het zorgpersoneel om die 40.000 bedden van zorg te voorzien. Want wellicht is er geen personeel meer om al die bedden van zorg te voorzien. We horen tenslotte ook de berichten over de jarenlange bezuinigingen in de zorg.
Ook daar kunnen we bij de OECD het nodige van vinden:
Opvallend is dat we van een afname van personeel niet echt iets kunnen vinden. Eigenlijk alle personeelsaantallen zijn juist in opgaande lijn vanaf 2005. Wellicht is dan de zorgvraag toegenomen en daarmee de belasting van het personeel?
Dan moeten we kijken naar het aantal ligdagen in bed equivalenten (bedden die 365 dagen per jaar gevuld zijn). Die kunnen we ook uit de OECD data halen:
Hieruit blijkt echter dat het aantal bed equivalenten juist dramatisch gedaald is over de jaren.
In 2016/17 is het dan gestabiliseerd op zo’n 22.000 bed‑equivalenten. Daarmee is de bezettingsgraad van de ziekenhuisbedden die in 2005 nog rond de 70% lag, naar zo’n 45% gedaald.
Laten we dit nog even op een rijtje zetten:
- We hebben personeelsaantallen die de laatste 15 jaar licht gestegen zijn.
- We hebben een aantal bedden in de curatieve en acute zorg, dat rond het 15 jaars gemiddelde ligt.
- De bezetting van die bedden is gedaald van 70% naar 45%
Hoe kunnen we dan een probleem hebben met de capaciteit in de curatieve en acute zorg?
Het verhaal van Gommers dat er maar 12.500 bedden operationeel zouden zijn in de curatieve en acute zorg is met deze cijfers naar het land der fabelen verwezen. Hoe zouden we trouwens in 2018 een zorgvraag gehad kunnen hebben om continu 22.000 bedden mee te vullen als er maar 12.500 bedden operationeel waren? Er zou voortdurend triage nodig zijn geweest en de media zouden daarover moord en brand geschreeuwd hebben.
Tot slot kunnen we dan nog even kijken naar het aantal Covid-19 patiënten dat volgens het Landelijk Centrum Patiënten Spreiding (LCPS) in de curatieve afdelingen van de ziekenhuizen gelegen heeft:
In de piek van de 1e golf waren dat er dus nog geen 3.500. Dit aantal komt niet eens in de buurt van het beschikbare aantal bedden, zelfs als we Gommers zouden geloven. Overbelast werd de curatieve zorg dus in elk geval nooit. De belasting van de curatieve zorgafdelingen zal dan ook niet of nauwelijks een reden geweest kunnen zijn om de reguliere zorg af te schalen.
Volgens het nieuws was er echter duidelijk een probleem. Maar als het probleem niet hier lag, dan zou dat bij de belasting van de IC afdelingen gelegen moeten hebben. Dit is dan ook het onderwerp van ons volgende artikel uit het drieluik: Corona en de Capaciteit van de IC.